,
één van de Myropscameren te Utrecht
Het verhaal van deze
Myropscamer
is sterk verweven met dat van het
rechter buurpand.
Beide zijn tot
vrijwoning
verbouwd op grond van de stichting, uit 1583, van
Domproost Cornelis van Myrop. Het tweelaags
dwarse huis
onder doorlopend
zadeldak
is toen ontstaan door verbouwing van een reeds een aantal keren verbouwd bijgebouw
(op de plaats van de huidige nummers 112 en 114) van het
Regulierenklooster
aan de Oudegracht. De linker helft was bakkerij,
later in gebruik als smederij. De oven was uitgebouwd naar links (dus daar waar nu het
linker huisje
van de rij staat).
Een deel van de geschiedenis was het gebouw één geheel,
een tijd lang stond er een scheidingsmuur tussen de twee helften,
waarbij het rechter deel een stal was.
Uit 1583 is de
laddertrap
naar de
zolder
bewaard gebleven,
maar die zolder toont sinds de vervanging van de
kap
(in 1950) niets ouds meer.
Het oudste deel van het huis is echter de
voorgevel
die stamt nog uit de
15e eeuw.
Het jongst is de
aanbouw
uit 1981 aan de achterzijde.
Toen werd door het
Utrechts Monumentenfonds,
de eigenaar van het complex,
de rij voormalige godskameren beter bewoonbaar gemaakt door onder meer de
uitbreiding met een keuken en natte cel.
Ook de tuin kon toen gelukkig vergroot worden,
waardoor er ook plaats kwam voor een schuurtje.
Tekst: Jean Penders, 05-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders